Godfried Bomans (1913–1971)
Autore di Eric in the Land of the Insects
Sull'Autore
Fonte dell'immagine: http://www.godfriedbomans.nl
Serie
Opere di Godfried Bomans
In de kou : Godfried Bomans en Michel van der Plas over hun roomse jeugd en hoe het hun verder verging (1969) 25 copie
Het doosje 21 copie
Oude en nieuwe buitelingen 21 copie
Pim, Frits en Ida : een serie leesboekjes voor de basisschool. 1: In het Sprookjesbos (1979) 19 copie
Pim, Frits en Ida : een serie leesboekjes voor de basisschool. 4: De ontsnapte ballon (1980) 18 copie
Werken. VII: Diversen 16 copie
Van hetzelfde 15 copie
Beminde gelovigen en jeugdherinneringen uit In de kou verteld aan Michel van der Plas (1979) — Autore — 11 copie
Beste Godfried, beste Simon : Simon Carmiggelt en Godfried Bomans aan en over elkaar (1999) — Autore — 8 copie
Het zondagskind 8 copie
Jan de zebra 7 copie
Juffrouw Langneus 7 copie
Pinkelman omnibus 6 copie
De verliefde zebra 5 copie
De ijdele engel 5 copie
Het verdwaalde eendje 4 copie
De drie koningen 4 copie
De Ontevreden Vis 4 copie
Onstuimige verhalen 3 copie
Pim, Frits en Ida 3 copie
Het ogenboek 3 copie
Liefde, dood en minne — Autore — 3 copie
Mijmerend met Bomans — Autore — 2 copie
Een verdwenen facet van Haarlem 2 copie
Das Lokomotivchen 2 copie
Het lelijke jonge eendje 2 copie
De Vijvervrouw, speciale uitgave 2 copie
Bontje en haar toverschoentjes 2 copie
60 jaar Hartogs & Co — Collaboratore — 2 copie
Zout(e) nostalgie 2 copie
Bontje en haar poesje 2 copie
Durch meine Brille 2 copie
Bomans in triplo 2 copie
Simon Carmiggelt vijftig jaar — Collaboratore — 1 copia
Bomans aan boord: luisterboek: voordrachten tijdens een cruise op de Middellandse Zee (2013) 1 copia
Waarom ik geloof 1 copia
Dutch Dickensian Daily News 1 copia
Bomans met een glimlach 1 copia
Bomans' mozaïek 1 copia
De gierige koning 1 copia
Luister naar ... Godfried Bomans — Autore — 1 copia
Beroemd gekend gevierd 1 copia
Een halve eeuw Trappistenleven 1 copia
Verhalen door Godfried Bomans 1 copia
Sprookjesboek 1 copia
Feestelijkheden te Hengelo 1 copia
Juffrouw Piep 1 copia
Ich liebe meinem Gartenzwerg 1 copia
Handgepäck für Globetrotter 1 copia
Kerkafbraak : visie van Godfried Bomans op het slopen van kerkgebouwen met een roemrijk verleden 1 copia
Vakantiepil 1 copia
Bontje heeft het druk 1 copia
Werken : Supplement op deel 3 1 copia
Werken : Supplement op deel 4 1 copia
Werken : Supplement op deel 5 1 copia
Werken : Supplement op deel 7 1 copia
Bontje en haar pop 1 copia
Preek 1 copia
De waarheid omtrent Sinterklaas 1 copia
Sint Jeanne d'Arc 1 copia
De rijke bramenplukker 1 copia
Vroolijke vertellingen 1 copia
Portret van Thijm 1 copia
Open brief aan 'Het Venster' 1 copia
Brief aan Markies van het Reve 1 copia
De Haarlemse Heiliglanden : proeve van topografische poëzie — Collaboratore — 1 copia
Ons huis in Haarlem 1 copia
Van Daumier tot Steinberg 1 copia
Drijfjacht 1 copia
Opere correlate
Domweg gelukkig, in de Dapperstraat : de bekendste gedichten uit de Nederlandse literatuur (1990) — Collaboratore — 210 copie
Ik wou dat ik twee hondjes was : Nederlandse nonsens- en plezierdichters van de twintigste eeuw (1982) — Collaboratore — 107 copie
Goed geboekt : een verzameling van schetsen, korte verhalen en tekeningen (1954) — Collaboratore — 43 copie
'Waarom schaakt u eigenlijk?' : VSB [schaak]toernooi 1996 : de schakers: Garry Kasparov, Veselin Topalov, Nigel Short,… (1996) — Collaboratore — 8 copie
Alleen op een eiland: dagboek van een eilandbewoner; Godfried Bomans en Jan Wolkers op Rottumerplaat (2006) — Collaboratore — 7 copie
Als een god in Friesland — Collaboratore — 6 copie
Sport : de 141 beste Nederlandse en Vlaamse sportverhalen van 1945 tot nu (2007) — Collaboratore — 6 copie
De Parelduiker 2007.2: Harry G.M. Prick — Collaboratore — 5 copie
Een kerstvertelling van Charles Dickens — Traduttore — 5 copie
Veertig jaar cursief — Collaboratore — 5 copie
Dag in dag uit : een prisma van tien jaren actualiteit bijeengelezen uit de Volkskrant — Collaboratore — 5 copie
Nijmegen in de spiegel — Collaboratore — 4 copie
Moeder, moeder, de beer is los — Collaboratore — 4 copie
Jagersland — Prefazione — 4 copie
Lekker lui 1994 — Collaboratore — 3 copie
Humoristisch kwartet : een keuze uit Belcampo, G. Bomans, S. Carmiggelt, L. Huizinga — Collaboratore — 3 copie
Dagboek voor Bertheke — Introduzione — 2 copie
De horizon van de schrijftafel (Aspecten van westerse letterkunde) — Collaboratore — 2 copie
Is de aarde rond? — Prefazione — 1 copia
Haerlem: Jaarboek 1952 — Collaboratore — 1 copia
Haerlem: Jaarboek 1966 — Collaboratore — 1 copia
Jan Mul — Collaboratore — 1 copia
Sprookjes en Vertellingen 1 copia
Lachen is leven : een bloemlezing in woord en beeld van Nederlandse humor van 1883 tot 1958 — Collaboratore — 1 copia
Etichette
Informazioni generali
- Nome legale
- Bomans, Godfried Jan Arnold
- Altri nomi
- Majorick, Bernard
- Data di nascita
- 1913-03-02
- Data di morte
- 1971-12-22
- Luogo di sepoltura
- R.K. Begraafplaats St. Adelbert, Bloemendaal, Nederland.
- Sesso
- male
- Nazionalità
- Nederland
- Luogo di nascita
- Den Haag, Zuid-Holland, Nederland
- Luogo di morte
- Bloemendaal, Noord-Holland, Nederland
- Causa della morte
- heart attack
- Luogo di residenza
- Heemstede, Noord-Holland, Nederland
Amsterdam, Noord-Holland, Nederland
Nijmegen, Gelderland, Nederland
Haarlem, Noord-Holland, Nederland
Rome, Italy - Relazioni
- Rode, J.B. van (vader)
Bomans, Jan (broer) - Premi e riconoscimenti
- Unieprijs (1935)
Poëzieprijs Teisterbant (1955)
Utenti
Recensioni
Liste
Premi e riconoscimenti
Potrebbero anche piacerti
Autori correlati
Statistiche
- Opere
- 187
- Opere correlate
- 50
- Utenti
- 3,416
- Popolarità
- #7,455
- Voto
- 3.7
- Recensioni
- 77
- ISBN
- 184
- Lingue
- 6
- Preferito da
- 9
Eenvoudiger moet het wezen De glimlach die blijft te vinden (voor nog geen tien euro zag ik die passeren op Bol.com), maar Een keuze uit zijn werk is, ook als daarin dit verhaal zit, natuurlijk niet hetzelfde als een zelfstandige uitgave daarvan. Temeer omdat u in die bundeling wellicht niet de illustraties zal vinden die de Wereldbibliotheek-editie, de editie in mijn bezit, toch wel onderscheiden van de andere en van de hand van Karel Thole zijn. Die verzorgde ook de illustraties bij wat dan nog altijd Bomans’ bekendste boek heet te zijn, Erik of het kleine insectenboek, voor het eerst verschenen in 1941 en in 2013 aan zijn zestigste druk toe, werd in de jaren 1970 beschouwd als een van de belangrijkste illustratoren in de Europese science fiction (hij tekende onder andere zeer gewaardeerde covers voor het Italiaanse blad Urania en de Duitse uitgever Heyne, maar ook voor de Amerikaanse uitgevers Ace Books en DAW Books en de Britse imprint Orbit), en haalde in diezelfde jaren 1970 (hij illustreerde tot in 1986, toen hij al 72 jaar oud was) in Toronto drie keer de op science fiction gerichte Locus Award binnen als beste professionele illustrator en één keer een Special Award. Mogelijk vindt u, zoals ik, ook ander werk van hem in uw bibliotheek als u boeken uit de serie Don Camillo van Giovanni Guareschi heeft staan, maar de latere ‘goede’ bekendheid van Thole - ook in Nederland, zo mag blijken uit het feit dat hij de illustraties voor deze Wereldbibliotheek-editie mocht verzorgen - mag sowieso een wonder heten: de man had namelijk een antisemitisch, fascistisch en zelfs nationaal-socialistisch verleden mee te slepen, en illustraties geleverd hebben voor onder andere het Zwart Front, later Nationaal Front, kan nauwelijks iets geweest zijn dat hij op zijn curriculum vitae wou vermelden.
Enfin, de illustraties die Thole leverde voor Het doosje zijn op geen enkele manier verdacht, tenzij dan verdacht mooi én technisch apart. Hij werkte, aldus de vermelding ter zake achteraan in dit boekje, “met dekverf op schuurpapier, om te tonen hoe men halftooneffecten kan bereiken met lijncliché’s”. Die effecten zijn – maar de gustibus et coloribus non disputandum, nietwaar? - minder geslaagd als de illustratie zwart op wit is, maar bijzonder knap waar gebruik gemaakt is van een soort clair-obscur, dus een oplichtende voorgrond tegen een donkerder achtergrond, iets wat ook het best overeenkomt met de aard van dit verhaal. Ook daarvan is de achtergrond, een achtergrond die de verteller probeert te ontvluchten, terwijl zijn protégé er net enigszins door aangetrokken wordt, duister, maar de voorgrond, voortdurend verlicht door Bomans’ onnavolgbare humor, zo onnavolgbaar dat het zelden duidelijk wordt waar de humor eindigt en de levensles begint, helder.
Onnavolgbaar, inderdaad, en kennelijk niet eens vólgbaar voor sommige commentatoren op het internet. Ene Sol1 bijvoorbeeld schrijft op Boekmeter.nl https://www.boekmeter.nl/book/64965/info/0 dat je van Godfried Bomans kan “zeggen dat zijn humor en verteltrant soms aan de gedateerde kant zijn” en dat “latere of zelfs hedendaagse schrijvers (…) dit verhaal op een andere manier gebracht [hadden]”, maar vergeet daarbij dat dat verhaal dan mogelijk niet eens grappig zou geweest zijn. Net de door Bomans toegepaste stijl, een stijl die beslist niet zijn enige was maar die hij ook ten dele toepaste in zijn verhalen rond Pa Pinkelman https://bjornroosebespreekt.blogspot.com/2022/02/pa-pinkelman-in-de-politiek-god..., maken Het doosje namelijk hilarisch. Haal die stijl er uit en je krijgt wellicht een soort van een zedenpreek, iets waar – toegegeven – “latere of zelfs hedendaagse schrijvers” inderdaad en helaas hun voornaamste kenmerk van lijken te maken. Geen titels aan je hoofdstukken geven, maar een stuk van je eerste paragraaf in hoofdletters als dusdanig gebruiken, is wellicht niet iets dat die “latere of zelfs hedendaagse schrijvers” zouden doen, maar “IK WAS MOE, GRENZELOOS MOE. IN ALEXANDRIË HAD IK DRIE WEKEN GELUISTERD NAAR DE BEKENTENISSEN” gevolgd door “van een afgevallen rabbijn en steeds dieper was ik afgedaald in de schachten van deze duistere ziel; in Parijs had ik kennis gemaakt met Iwan Popoff, een gifmenger die mij ‘s avonds placht te bezoeken met een wurger en een sluipmoordenaar”, is onmiskenbaar grappiger dan, pakweg, ‘Hoofdstuk 1’ gevolgd door “Ik was moe, grenzeloos moe. In Alexandrië had ik drie weken geluisterd naar de bekentenissen van een afgevallen rabbijn en steeds dieper was ik afgedaald in de schachten van deze duistere ziel; in Parijs had ik kennis gemaakt met Iwan Popoff, een gifmenger die mij ‘s avonds placht te bezoeken met een wurger en een sluipmoordenaar.”
En ik ga u uiteraard niet de ganse plot meegeven – dat zou zonde zijn, al is het verhaal dan maar een kleine vijfenvijftig bladzijden dik, tien illustraties inbegrepen -, maar ook de hele verteltrant maakt van Het doosje een ironisch meesterwerk. Een passage als de volgende kan je toch écht alleen maar met een glimlach om je mond voorlezen?: “Wat een bevoorrechte plek op aarde! ging het door mijn hoofd, wat een paradijs van landelijke onschuld! En opeens werd het verlangen in mij levendig een spliterwt te zijn en hier stil en nederig te bloeien, besproeid door Havermeel, gesnoeid door Ruigbol en door beider blikken bewaakt. Geen Ellendelingen, geen uitgevers zelfs zouden mij hier genaken. Ongetwijfeld zouden zij mij zoeken, ja zelfs de tuin doorsnuffelen en het rozenperk omwoelen. Honderden keren zouden zij langs mij lopen, niet vermoedend dat ik bloeide naast de zandbak en hen glimlachend bezag.” Of deze?: “De heerlijke veilige atmosfeer had mijn oude werkkracht hersteld en de gehele dag was ik bezig met een tweetal bijdragen voor het Zeevaartkundig Weekblad: De oorzaak van wier- en schelpafzetting op fregatkielen en De invloed van bruinvissen op kuststromingen. De onschuldige arbeid deed mij goed; ik kreeg een blos op de wangen, de eetlust keerde terug.” Of, ten slotte, deze?: “Ik heb het lachen van Turkse Kinderbeulen gehoord en het satanisch geschater der Egyptische Vrouwen-Moordenaars. Het was erg geweest. Het zachte gegiegel der Armenische Knijpers was mij evenmin vreemd. Ook dat was erg geweest. Maar dit was erger. Het was een stil, spookachtig lachen, dat mij door merg en been ging. Ik stond verslagen. Dwars door het land was ik gespoord om in het reine, het engelachtige Nederhorst te komen; hiermee niet tevreden had ik de stilste, de meest argeloze straat uitgekozen, en daarin het onschuldigste huis tot mijn woning verkozen. En nu ik er een week woonde bleek ik de buurman te zijn van een verborgen sadist, een wellusteling van de ergste soort.” Wie dan, zoals Sol1, blijft steken bij “een klein, grappig verhaal”, heeft toch minstens de helft gemist van wat Bomans met Het doosje gepresteerd heeft? Een spliterwt willen zijn, je wijden aan artikels waarvan de inhoud totaal niet aansluit bij je personage, of een buurman beoordelen als “een wellusteling van de ergste soort” louter op basis van “een stil, spookachtig lachen”, is toch hilarisch, niet gewoon “grappig”, zelfs als je al die dingen niet combinéért met elkaar?
En dat nog los van zinnen als “Het was alsof wij de bedorven uitwasemingen van een stinkend moeras de rug hadden toegekeerd en voorgoed rondwandelden op de frisse duintoppen van een zuiver geweten en een edelmoedig besluit.”. Of een passage als “‘Indien ik meende, dat u niet meer te redden waart,’ zo vervolgde ik, ‘had ik de schutting tussen ons gelaten. Doch ik heb haar beklommen om u te genezen. Ik kom om u terug te voeren in uw tuin. Uw plaats is niet in Schotland. Uw plaats is hier. Gij behoort in uw prieel, naast uw vrouw, achter uw bananen. Tracht niet te ontsnappen. Dit is uw lot, uw uitverkiezing.’”
En al even goed los van het enorm blasé optreden van de verteller, doorgetrokken tot in het absurde, tot in het toneelmatig overdrevene: “Zo sprak ik voort, koel, beslist, met rechte rug; en elk mijner zinnen was als uit steen gehouwen. Toen stond ik op en klopte mijn pijp uit. Havermeel zat daar, als door de bliksem getroffen en staarde op het grint aan zijn voeten. Mevrouw Havermeel echter keek mij van achter haar boomstam aan, gelijk mijn kijkt naar de morgenster, die des ochtends rijst aan de kim, de nachtelijke nevelen verjagend. Och ik was niet ontevreden over mijzelf.”
Maar toch… achter al die humor schuilt wel degelijk een levensles. Op het eerste zicht schijnt die te wezen dat een mens niet op zoek moet gaan naar het avontuur, maar zijn vreugde beter kan zoeken in de kleine dagdagelijkse dingen. Bomans ten voeten uit, eigenlijk, want ondanks het feit dat Bomans bij gelegenheid wel eens reisde, wás hij geen reiziger, laat staan een avonturier: zijn laatste reis maakte hij naar Rottumerplaat, het Waddeneiland waar hij, zoals Jan Wolkers vóór hem, een week in eenzaamheid doorbracht, maar dat avontuur bekwam hem zo slecht dat hij nog datzelfde jaar, op achtenvijftigjarige leeftijd overleed. Op het tweede zicht is er echter méér, zijnde het gegeven – het feit, neem dat van me aan mocht u het zelf nog niet beseffen – dat iedereen wel een klein dagdagelijks ding heeft dat nét iets anders is dan al de rest en dat je de toegang daartoe niet mag afsnijden als je niet het risico wil lopen dat degene wiens ontsnappingsroute zo verdwijnt het gaat zoeken in het échte avontuur. Een mens moet kunnen dromen, een mens moet niet op ieder moment van de dag, zeven dagen op zeven, met zijn voeten stevig op de grond staan. Een mens moet “een klein beetje een dichter” kunnen zijn, een “uitlaat” hebben, “van tijd tot tijd [uit] zijn gouden, doch kleine kooi (…) [kunnen ontsnappen] om in ijlere luchtlagen te zweven”. Het kleine begeren, is soms alles wat nodig is om een gelukkig leven te leiden.
Björn Roose… (altro)