Een schooljongen groeit op in een prerevolutionair Rusland. Het is een kaleidoscoop van invloeden en veranderingen, zowel maatschappelijk, sociaal, religieus, literair als technologisch. Smachtend naar vriendschappen en dromend van fictionele personages en steden volgen we de wat dweperige jongeman en kijken we met zijn ogen naar gloren en uitdoven van relaties van familieleden en vrienden.
Een meesterwerk, zoals vertaler/uitgever Arie van der Ent beweert, is het niet. Bovendien is zonder voetnoten veel van de tekst enigszins ongrijpbaar. Maar Dobytsjin trekt door het boek wel verschillende draden, die - een beetje zoals in een zoekboek voor kinderen - het boek een extra laag geven. Om dat ten volle te waarderen is een tweede lezing noodzakelijk. ( )

Jeugdmijmeringen in een zeer beknopte, elliptische stijl. 'De stad N' (de verwijzing naar Gogols 'Dode zielen' is een speels leitmotief) geeft een mooi beeld van het Russische Letland, in het bijzonder de stad Dvinsk (nu: Daugavpils), aan het begin van de 20ste eeuw (het verhaal eindigt met de dood van Tolstoj in 1910). Een heuse parade van personages passeert de revue en Dobytsjin slaagt er moeiteloos in een wereld van vervlogen grandeur, onzekere liefdes en religieuze perikelen op te roepen. Geen hoogvlieger, maar boeiend voor fijnproevers en Ruslandliefhebbers. ( )