Foto dell'autore

Ab Caransa

Autore di Vrijmetselarij en jodendom

5 opere 11 membri 2 recensioni

Opere di Ab Caransa

Etichette

Informazioni generali

Non ci sono ancora dati nella Conoscenza comune per questo autore. Puoi aiutarci.

Utenti

Recensioni

druk op Uit: Algemeen Maçonniek Tijdschrift nr. 11 Jaargang 2001 pag. 8:
Enigszins ingekorte versie van de rede die Br. Ab Caransa hield bij de uitreiking van zijn boek Vrijmetselarij en Jodendom'.
De in 1932 gestorven joodse schrijver Israël Querido ging niet gebukt onder een overmaat aan bescheidenheid. Wanneer hij zat te werken gaf hij zijn huishoudster opdracht eventuele bezoekers af te poeieren met de boodschap 'dat hij scheppend werk deed en daarom niet lastig gevallen mocht worden'. Onverwachte bezoekers kregen dan ook steevast te horen: 'Meneer geeft geen belet, hij is aan het scheppen'. Iedereen vroeg zich af sinds wanneer Querido een volkstuin bezat. Gedurende bijna twee jaar heb ik me een beetje als Querido gevoeld.
Dat het tot deze presentatie is gekomen is te danken aan de hulp die ik van velen heb ondervonden, waaronder BrJohan Wijne, die het initiatief tot dit boek heeft genomen, een studie over een onderwerp waarover naar mijn weten nog niet eerder in het Nederlandse taalgebied is gepubliceerd. Daarnaast heeft Br Johan het goede idee heeft gehad om de presentatie in het joods Historisch Museum te doen plaatsvinden. Een betere locatie is niet denkbaar. Iedere keer wanneer ik het gebouwencomplex binnenkom raak ik onder de indruk van zijn geschiedenis en de waarden die het vertegenwoordigt. Die eerbied geldt ook voor deze buurt, waar mijn grootouders, ouders en ooms en tantes zijn geboren en opgegroeid.
Het boek is het resultaat van 110 jaar ervaring, te weten 74 jaar ervaring als jood en 36 jaar als vrijmetselaar. In die Vrijmetselarij heb ik, net zoals 62 jaar geleden in de sociaal-democratische jeugdbeweging, geleerd eerbied te hebben voor iedere eerlijke overtuiging, ook wanneer die niet de mijne was. Toen ik dan ook in 1964 in de periode vóór mijn inwijding in de loge, kennis nam van de in 1723 verschenen Constitutie van Anderson die ik gemakshalve maar het handvest van de moderne Vrijmetselarij zal noemen, las ik daarin met eergevoel van herkenning, maar vooral van vreugde: 'Dat een vrijmetselaar iemand is van wie wordt verwacht dat hij handelt volgens normen die voor alle mensen van toepassing zijn en dat de vrijmetselaar van vandaag respect heeft voor iedere eerlijke overtuiging c.q. godsdienst, ongeacht welke deze is ommezien '.
Toen ik echter aan het onderzoek voor dit boek begon, ontdekte ik dat het kennelijk mogelijk is geweest eerbied voor te wenden voor belijders van andere godsdiensten en voor aanhangers van andere overtuigingen, zonder die anderen tot je eigen organisatie toe te laten. Het was dan ook schokkend te moeten vaststellen hoe de Vrijmetselarij hier en elders in het verleden met deze Constitutie is omgesprongen.
Midden jaren '70 van de vorige eeuw hield Br Bote de Boer een voordracht met als titel 'Een kleine groep van een ideaal bezield'. In zijn verhaal, dat bij vrijwel iedereen in onze loge een schrikreactie teweegbracht, ging Br De Boer in op de houding die ons Hoofdbestuur en haar evenknie in Nederlands-Indië, na de machtsovername door Hitler in Duitsland, hebben aangenomen. Ik schrok. Vrijmetselaren werden weliswaar geacht wetsgetrouwe burgers en geen revolutionairen te zijn - tenslotte werd van hen 'gehoorzaamheid aan de wetten des lands' gevraagd - de manier van volgzaam denken die de besturen van beide groepen tentoon hebben gespreid had
ik niet voor mogelijk gehouden. Bovendien, hoe was het te verklaren dat niet alleen in Nederlands-Indië maar, naar later bleek, ook in ons land, NSB-ers en antisemieten lid van de Orde konden zijn?
Voor mijn onderzoek voor het boek heb ik geprobeerd een aantal kernvragen te beantwoorden, zoals:
• Waarop is in het verleden in vrijwel heel Europa de restrictieve houding met betrekking tot de toelating van joden gebaseerd geweest?
• Waarom wordt in geen enkel boek over de geschiedenis van de Nederlandse Vrijmetselarij ook maar met één woord aan dit probleem gerefereerd en waarom lees ik nergens iets over de zeer positieve rol die een groot man als Johannes Kinker in deze problematiek heeft gespeeld?
• Is het christelijk imago dat de Vrijmetselarij zolang heeft gehad, terecht?
• Zijn er overeenkomsten in het joodse en maçonnieke denken en in de symboliek van beide groeperingen?
Ik ga u niet lastig vallen met mijn conclusies. Die kunt u het beste zélf lezen.
Samenvattend zou ik de verhouding tussen Vrijmetselarij en jodendom in het verleden op twee manieren willen karakteriseren.
In de eerste plaats als een tocht door de woestijn vol hindernissen, met slechts hier een daar een oase. Die relatie wordt naar mijn gevoel echter het best gekenmerkt door een symbool dat ons vrijmetselaren zo bekend is, de geblokte vloer.
Leed en vreugde. Positieve en negatieve ervaringen en dikwijls een druk op het hart.
… (altro)
 
Segnalato
MBRLibrary | 1 altra recensione | Mar 29, 2012 |
Uit: Algemeen Maçonniek Tijdschrift nr. 11 Jaargang 2001 pag. 8:
Enigszins ingekorte versie van de rede die Br. Ab Caransa hield bij de uitreiking van zijn boek Vrijmetselarij en Jodendom'.
De in 1932 gestorven joodse schrijver Israël Querido ging niet gebukt onder een overmaat aan bescheidenheid. Wanneer hij zat te werken gaf hij zijn huishoudster opdracht eventuele bezoekers af te poeieren met de boodschap 'dat hij scheppend werk deed en daarom niet lastig gevallen mocht worden'. Onverwachte bezoekers kregen dan ook steevast te horen: 'Meneer geeft geen belet, hij is aan het scheppen'. Iedereen vroeg zich af sinds wanneer Querido een volkstuin bezat. Gedurende bijna twee jaar heb ik me een beetje als Querido gevoeld.
Dat het tot deze presentatie is gekomen is te danken aan de hulp die ik van velen heb ondervonden, waaronder BrJohan Wijne, die het initiatief tot dit boek heeft genomen, een studie over een onderwerp waarover naar mijn weten nog niet eerder in het Nederlandse taalgebied is gepubliceerd. Daarnaast heeft Br Johan het goede idee heeft gehad om de presentatie in het joods Historisch Museum te doen plaatsvinden. Een betere locatie is niet denkbaar. Iedere keer wanneer ik het gebouwencomplex binnenkom raak ik onder de indruk van zijn geschiedenis en de waarden die het vertegenwoordigt. Die eerbied geldt ook voor deze buurt, waar mijn grootouders, ouders en ooms en tantes zijn geboren en opgegroeid.
Het boek is het resultaat van 110 jaar ervaring, te weten 74 jaar ervaring als jood en 36 jaar als vrijmetselaar. In die Vrijmetselarij heb ik, net zoals 62 jaar geleden in de sociaal-democratische jeugdbeweging, geleerd eerbied te hebben voor iedere eerlijke overtuiging, ook wanneer die niet de mijne was. Toen ik dan ook in 1964 in de periode vóór mijn inwijding in de loge, kennis nam van de in 1723 verschenen Constitutie van Anderson die ik gemakshalve maar het handvest van de moderne Vrijmetselarij zal noemen, las ik daarin met eergevoel van herkenning, maar vooral van vreugde: 'Dat een vrijmetselaar iemand is van wie wordt verwacht dat hij handelt volgens normen die voor alle mensen van toepassing zijn en dat de vrijmetselaar van vandaag respect heeft voor iedere eerlijke overtuiging c.q. godsdienst, ongeacht welke deze is ommezien '.
Toen ik echter aan het onderzoek voor dit boek begon, ontdekte ik dat het kennelijk mogelijk is geweest eerbied voor te wenden voor belijders van andere godsdiensten en voor aanhangers van andere overtuigingen, zonder die anderen tot je eigen organisatie toe te laten. Het was dan ook schokkend te moeten vaststellen hoe de Vrijmetselarij hier en elders in het verleden met deze Constitutie is omgesprongen.
Midden jaren '70 van de vorige eeuw hield Br Bote de Boer een voordracht met als titel 'Een kleine groep van een ideaal bezield'. In zijn verhaal, dat bij vrijwel iedereen in onze loge een schrikreactie teweegbracht, ging Br De Boer in op de houding die ons Hoofdbestuur en haar evenknie in Nederlands-Indië, na de machtsovername door Hitler in Duitsland, hebben aangenomen. Ik schrok. Vrijmetselaren werden weliswaar geacht wetsgetrouwe burgers en geen revolutionairen te zijn - tenslotte werd van hen 'gehoorzaamheid aan de wetten des lands' gevraagd - de manier van volgzaam denken die de besturen van beide groepen tentoon hebben gespreid had
ik niet voor mogelijk gehouden. Bovendien, hoe was het te verklaren dat niet alleen in Nederlands-Indië maar, naar later bleek, ook in ons land, NSB-ers en antisemieten lid van de Orde konden zijn?
Voor mijn onderzoek voor het boek heb ik geprobeerd een aantal kernvragen te beantwoorden, zoals:
• Waarop is in het verleden in vrijwel heel Europa de restrictieve houding met betrekking tot de toelating van joden gebaseerd geweest?
• Waarom wordt in geen enkel boek over de geschiedenis van de Nederlandse Vrijmetselarij ook maar met één woord aan dit probleem gerefereerd en waarom lees ik nergens iets over de zeer positieve rol die een groot man als Johannes Kinker in deze problematiek heeft gespeeld?
• Is het christelijk imago dat de Vrijmetselarij zolang heeft gehad, terecht?
• Zijn er overeenkomsten in het joodse en maçonnieke denken en in de symboliek van beide groeperingen?
Ik ga u niet lastig vallen met mijn conclusies. Die kunt u het beste zélf lezen.
Samenvattend zou ik de verhouding tussen Vrijmetselarij en jodendom in het verleden op twee manieren willen karakteriseren.
In de eerste plaats als een tocht door de woestijn vol hindernissen, met slechts hier een daar een oase. Die relatie wordt naar mijn gevoel echter het best gekenmerkt door een symbool dat ons vrijmetselaren zo bekend is, de geblokte vloer.
Leed en vreugde. Positieve en negatieve ervaringen en dikwijls een druk op het hart.
… (altro)
 
Segnalato
MBRLibrary | 1 altra recensione | Mar 29, 2012 |

Statistiche

Opere
5
Utenti
11
Popolarità
#857,862
Recensioni
2
ISBN
5