Mooi Lampo-verhaal in de sfeer van Orpheus en Eurydice. Een concertpianist valt op een dag zijn geliefde aan omdat zij vreemd gaat. Hij is ervan overtuigd haar vermoord te hebben. Hij wordt naar een stadje gestuurd waar men al eeuwenlang krankzinnigen bij de mensen thuis opvangt. Dat doet hem wel goed, zo lijkt het. Intussen broedt hij een plan uit om terug te gaan naar de havenstad om haar te gaan zoeken. Als hem dat lukt, ontmoet hij op zijn tocht een aantal mensen die het met hem over de twee werelden hebben, die soms elkaar ontmoeten. Prachtige scene als Kasper op zijn mondharmonica speelt, 's nachts op het kerkhof, en de gestorvenen uit zijn leven langs komen lopen.
Kasper vindt zijn geliefde, die dus toch niet dood blijkt te zijn, en zij belooft hem te volgen naar "daar". Kasper weet dat hij niet hoeft om te kijken, hij is ervan overtuigd dat zij hem volgt. Hij komt in een stakingsoproer terecht en daarbij helpt zijn mondharmonicaspel niet.