Er zijn drie voordrachten van Rudolf Steiner samengebracht uit verschillende perioden van zijn werkzaamheid. Vanuit christologisch perspectief laat hij zien hoe grote stromingen als jodendom, boeddhisme, islam en christendom in al hun verschillen een wereldhistorische samenhang vertonen. Alle hebben ze een onmisbare functie in de ontwikkeling van de cultuur door de eeuwen heen. Sommige aspecten van de religies hebben hun taak volbracht, zijn verder geëvolueerd; andere aspecten zijn daarentegen remmend achtergebleven. Heel verhelderend is de beschouwing over de kwaliteiten die zijn verbonden met de principes van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest. Ook wordt beschreven hoe de islam zich beperkt tot het Vader-principe van de gegeven natuurwetmatigheden, waardoor de Arabieren in de middeleeuwen hun magistrale wetenschappen naar Europa toe brachten. In de derde voordracht beschrijft Steiner hoe het christendom spiritueel kan worden gezien als in de toekomst alle godsdiensten overstijgend, met als kanttekening dat de momenteel geldende vormen van christendom hier nog ver vanaf staan.