Rechercheur Paul Steenman van de Amsterdamse politie raakt in een diepe depressie nadat zijn maat en vriend bij een onderzoek is doodgeschoten. De relatie met zijn 15-jarige dochter heeft te lijden, hij drinkt en gebruikt steeds meer en gaat intussen zijn eigen weg bij het onderzoek naar de moordenaar. Toevallig neemt een jeugdliefde opnieuw contact op. Het valt samen met de grote schoonmaak van het bureau in Amsterdam oost waar haar man werkt. Steenman wordt verzocht hier de leiding van de recherche op zich te nemen, maar juist dan wordt de man vermoord. Behalve een spannend verhaal, waarin eigenlijk drie politiezaken centraal staan, is dit ook een knappe psychologische roman. De crisis waarin Steenman terecht komt, is overtuigend en de manier waarop hij zich eraan ontworstelt ook. De schrijver legt een grote nadruk op seks, wat in de portrettering van Steenmans veroveringen niet helemaal overtuigt. Het multiraciale Amsterdamse milieu waarin Steenman werkt, is knap neergezet, zeker ook van de taalkundige kant gezien. Kortom, een goede en boeiende Nederlandse thriller van het soort dat uitnodigt tot in één keer uitlezen.