Pagina principaleGruppiConversazioniAltroStatistiche
Cerca nel Sito
Questo sito utilizza i cookies per fornire i nostri servizi, per migliorare le prestazioni, per analisi, e (per gli utenti che accedono senza fare login) per la pubblicità. Usando LibraryThing confermi di aver letto e capito le nostre condizioni di servizio e la politica sulla privacy. Il tuo uso del sito e dei servizi è soggetto a tali politiche e condizioni.

Risultati da Google Ricerca Libri

Fai clic su di un'immagine per andare a Google Ricerca Libri.

Sto caricando le informazioni...

Miniaturen

di Karel Jonckheere

UtentiRecensioniPopolaritàMedia votiConversazioni
512,970,612 (5)Nessuno
Nessuno
Sto caricando le informazioni...

Iscriviti per consentire a LibraryThing di scoprire se ti piacerà questo libro.

Attualmente non vi sono conversazioni su questo libro.

Karel Jonckheere, te Oostende geboren in 1906 en te Rijmenam (nabij Mechelen) begraven in 1993, was wat door Schrijversgewijs aangeduid wordt als een “veelzijdig letterwerker”: “dichter, criticus, journalist, medewerker van radio en televisie (noemenswaardig is zijn deelname aan Hou je aan je woord, met o.a. Godfried Bomans en Harry Mulisch), conferencier, bloemlezer en vertaler.” Deze Miniaturen lijken ook dán nog niet in het rijtje te passen, maar kunnen mijns inziens het beste omschreven worden als tranches de vie gecombineerd met taalkundige spitsvondigheden. Het eerste hoofdstuk, Vogels zonder kooi, eindigt met twee stukjes (geen cursiefjes, voor de duidelijkheid), volgepropt met Invallen en uitvallen, het derde hoofdstuk, Nacht? zei de zon, nooit van gehoord! is ook van die aard, en het laatste hoofdstuk, Ook ik, zelfs gij, vooral wij is dat eveneens, maar de rest van dit boek, het grootste deel van Vogels zonder kooi dus, maar ook de hoofdstukken Ik heb eens… en Ik had die man kunnen zijn, zijn in essentie korte stukjes autobiografie, maar dan gebracht in een – hij was per slot van rekening in de eerste plaats dichter – zeer poëtische stijl en voor een groot deel ook handelend over een ander.

Welke ander? Nogál wat anderen. Wie er zijn levensloop https://schrijversgewijs.be/schrijvers/jonckheere-karel-2/ op Schrijversgewijs eens op naslaat, komt daarin onder andere Paul Van de Woestijne (zoon van Karel), René Verbeeck, Caesar Gezelle (neef van Guido en kozijn van Stijn Streuvels), Paul van Ostaijen, Carlo Loontiens, Raymond Brulez (van wie ik eerder Diogeentjes https://bjornroosebespreekt.blogspot.com/2021/07/diogeentjes-raymond-brulez.html besprak), Gaston Duribreux, Edmond Vandercammen, Jack Godderis, Adolf van Glabbeke (na de Tweede Wereldoorlog achtereenvolgens belgisch minister van Binnenlandse Zaken, Justitie, Openbare Gezondheid, Openbare Werken en Wederopbouw), Marc Sleen, August Vermeylen, J.C. Bloem, Jan Greshoff, N.P. Van Wijk Louw, Dirk Opperman, Bert Decorte, Clara Haesaert, Maurice Roelants, Erik Van Ruysbeek, Amaat Burssens, Renaat van Elslande (achtereenvolgens belgisch onderstaatssecretaris voor Culturele Zaken, minister van Cultuur en adjunct voor Nationale Opvoeding, minister van Europese Zaken en Nederlandse Cultuur, van Binnenlandse Zaken, van Buitenlandse Zaken en Ontwikkelingssamenwerking, en ten slotte van Justitie), Marnix Gijsen (zie mijn bespreking van diens De diaspora https://bjornroosebespreekt.blogspot.com/2023/06/de-diaspora-marnix-gijsen.html), en Emile Degelin tegen. Allemaal mensen die hij persoonlijk kende of leerde kennen, mensen die hij beroepsmatig tegenkwam (hij werkte als stadsambtenaar, als leraar, schooldirecteur, rijksinspecteur van de Openbare Bibliotheken, ambtenaar en vervolgens adviseur bij het Ministerie van Nationale Opvoeding en Cultuur), mensen met wie hij de wereld afreisde (“de aarde is rond maar klein”): naar Cuba, Mexico, de Verenigde Staten, Belgisch-Congo, Zuid-Afrika, India, Roemenië, Joegoslavië, Spanje, Brazilië, Rwanda, Denemarken, Noorwegen, Zweden, Finland, Israël, Portugal, Hongarije, Bulgarije, Tsjecho-Slovakije, Marokko, Tunesië, Venezuela, en heel West-Europa tussendoor. Mensen ook die zeker niet de enigen waren die konden vermeld worden, maar Schrijversgewijs beperkte zich duidelijk tot inwoners van de Lage Landen.

Zij, en vele buitenlandse kennissen en vrienden (die ik niét zal opsommen omdat u na bovenstaande zonder twijfel al opsomming genoeg achter de kiezen heeft), bevolken dan ook al die korte stukjes leven die in dit boek terechgekomen zijn. Stukjes leven die Jonckheere ondanks, of net dankzij, volgende overwegingen in het inleidende stuk van Vogels zonder kooi wél aan de wereld kond heeft gedaan (ook in andere van zijn boeken trouwens): “Alles is kooi. Ook een boek. Eenmaal de schrifturen van een mens gedrukt (let op de oorspronkelijke betekenis van drukken), zit hun inhoud vast, gevangen binnen de tralies van geprente regels. (…) Het wondere is nu dat een uitgever zorgt voor duizenden exemplaren van het natuurcuriosum. Alle zijn identiek; zelfs de kooien zijn gruwelijk dezelfde. Voor de auteur althans. Want voor de liefhebbers is niets gelijk. Niemand van ons leest een boek op gelijkwaardige wijze. De ene lijkt de gekooide zanger iets doodgewoons, een tweede een mirakel, een derde een intieme vriend.”

Een “gekooide zanger” die zich overigens volgens Jonckheere, ondanks diens verre van “gewestelijk” taalgebruik, absoluut niet moet schamen als hij zich niet van het zuiverste Nederlands bedient: “Vooreerst is een beschaafde uitspraak nog geen norm van volwaardig Nederlands. Iemand, die op een klavier een toets zuiver kan aanslaan, is daarom nog geen vertolker van Mozart. Hugo Verriest stond dichter bij het Nederlands taalgenie, waar hij zijn West-Vlaams sprak, dan honderd leraars en onderwijzers, die zich elke morgen vóór de spiegel oefenen om de weerbarstige h fonetisch aan de man te brengen en twaalf uur per dag besteden om iedereen met wie ze spreken wijs te maken dat wij moeten zeggen constateren in plaats van vaststellen. Belachelijk hoog van staartbeen is ook hij, die vies is van kloeke en schone Vlaamse uitdrukkingen en spitsvondigheden gaat opzoeken uit een Hollands snobbargoens.” Een standpunt waarmee Jonckheere toen (want intussen is het Vlaams ‘zelfbewustzijn’ helaas wel zeer zwaar in de andere richting gaan hangen) wellicht bijna zo alleen stond als toen hij “in één van de eerste nummers van het Gentse weerstandersblad Belfort (1944) (…) zo vrij [was] aan iedereen, die in het bevrijde land een bloemlezing zou maken, voor schoolgebruik of voor volwassenen, te vragen literatuur en politiek uit elkaar te houden en ons letterkundig patrimonium niet te verminken door het gebeurlijk weglaten van goede schrijvers, die slechte patriotten waren geweest.” “Wie er niets voor voelt om b.v. Guido Gezelle in een bloemlezing te laten dienen als profeet voor Vlaams-nationalisme of als propagandist voor een kerkelijke begrafenis, vindt andere gedichten genoeg om het dichterlijk genie van de auteur van de Kleengedichtjes [zie mijn bespreking https://bjornroosebespreekt.blogspot.com/2023/03/kleengedichtjes-ii-guido-gezell... van deel 2 daarvan, noot van mij] te illustreren. Bilderdijk kan gerust vertegenwoordigd worden in een schoolboek, zonder dat noodzakelijkerwijze zijn Ode aan Napoleon dient opgenomen.”

Jonckheere zou dus wellicht, met bijna zekerheid, geen fan geweest zijn van het ‘cancellen’ dat zo eigen is aan onze tijden, een bezigheid waarvan de bedrijvers vooral niet willen dat ze ook tegen hen ingezet wordt, een mogelijkheid waartegen ze alle mogelijke wapens in het gelid brengen: “Wells [Herbert Georges, auteur van onder andere het door mij eerder besproken De oorlog der werelden https://bjornroosebespreekt.blogspot.com/2022/03/de-oorlog-der-werelden-herbert-..., noot van mij] is een beetje Goethes Toverleerling. Hij is ook het geslaagde prototype van de huidige mentaliteit. Men tracht een kogel uit te vinden, die door alles gaat en terzelfdertijd vorst men uit hoe die kogel toch te stuiten is. Ware het niet beter de kogel in de nevelen van het niet-uit-te-vinden te laten? Wells wordt versleten als de grote profeet van deze tijden. We hebben dit in de jongste jaren meer gelezen, zelfs over kerels als Hitler. Wij bedanken voor dergelijke profeten. Ze zouden zo verstandig moeten zijn een domper op hun ziekelijke verbeelding te zetten en hun talent en hun energie te wijden aan positiever zaken. Absoluut bekeken is er geen onderscheid tussen de uitvinder van de V-bommen en Wells, die de gedachte propageert een stad uit te moorden via de waterleiding. Ze kunnen beiden gerangschikt worden, om het met Anton van Duinkerken te zeggen, onder de ‘apen met een scheermes in de hand’.”

Maar wie van dit boek wil genieten, hoéft absoluut niet uit te zijn op dit soort wijsheden. Alleen al stukjes tekst (in zich héél soms licht herhalende hoofdstukjes) als dit – en het boek zit proppensvol met dat soort prachtige vondsten – maken de lezing ervan volkomen de moeite waard: “Ik geloof een beetje in de symboliek van de muziekinstrumenten. Een hobo is iets voor eenzamen die gaarne langs lis en rietpluimen slenteren. Een bombardon voor schuchteren die thuis niets te zeggen hebben; een trommel voor ruziemakers en kandidaat-diktators.” Of: “(…) omdat hij geen woord Engels kende, taal die men zelfs in Amerika tracht te spreken.” Of, nu ik toch aan het citeren ben: “(…) citeren, ongeneeslijke kwaal voor al wie meer geheugen heeft dan verstand”. Wat bij mij uiteraard niet het geval is, want ik citeer rechtstreeks uit het boek omdát ik een slecht geheugen heb (wat behalve een vloek ook af en toe een zegen is).

Bovendien zijn stukjes zoals Ik heb eens James Ensor langs zijn neus zien fluitspelen, Ik heb eens Alberto Moravia een boot leren besturen, Ik heb eens Tagore niet horen spreken, Ik heb eens Jacques Bloem zien wuiven, of Ik heb eens een Nobelprijswinnaar zien huilen (de Nobelprijswinnaar being Juan Ramon Jiménez) maar op één manier te citeren: in hun geheel. Ze zijn zo mooi geschreven, zo toegespitst op de eigenschappen (details wellicht) van het onderwerp dat je na het lezen ervan de neiging krijgt je te gaan verdiepen in de werken ván dat onderwerp. Geen idee of dat ook de bedoeling was van Jonckheere, die per slot van rekening in die stukjes net zo goed over zichzelf als over die anderen schrijft, maar zelfs indien niét, is dat toch mooi meegenomen. Zeker voor wie, zoals ik, niet de neiging heeft ‘échte’ kunstenaarsbiografieën te lezen.

Björn Roose ( )
  Bjorn_Roose | Jul 1, 2023 |
nessuna recensione | aggiungi una recensione
Devi effettuare l'accesso per contribuire alle Informazioni generali.
Per maggiori spiegazioni, vedi la pagina di aiuto delle informazioni generali.
Titolo canonico
Titolo originale
Titoli alternativi
Data della prima edizione
Personaggi
Luoghi significativi
Eventi significativi
Film correlati
Epigrafe
Dedica
Incipit
Citazioni
Ultime parole
Nota di disambiguazione
Redattore editoriale
Elogi
Lingua originale
DDC/MDS Canonico
LCC canonico

Risorse esterne che parlano di questo libro

Wikipedia in inglese

Nessuno

Non sono state trovate descrizioni di biblioteche

Descrizione del libro
Riassunto haiku

Discussioni correnti

Nessuno

Copertine popolari

Link rapidi

Voto

Media: (5)
0.5
1
1.5
2
2.5
3
3.5
4
4.5
5 1

Sei tu?

Diventa un autore di LibraryThing.

 

A proposito di | Contatto | LibraryThing.com | Privacy/Condizioni d'uso | Guida/FAQ | Blog | Negozio | APIs | TinyCat | Biblioteche di personaggi celebri | Recensori in anteprima | Informazioni generali | 204,769,601 libri! | Barra superiore: Sempre visibile