“(…) Steeds als in naar Sicilië ga, ben ik diep onder de indruk van de ongelooflijk intense smaak van alles wat ik eet. De groengouden broccoli heeft een lawine van smaak. De tomaten uit Pachino zijn zo zoet en verfijnd dat ik er tranen van in mijn ogen krijg. Overal groeien zulke mooie citroenen dat je ze gewoon in plakjes snijdt en opeet met zout en olijfolie. Maar het gaat om meer dan dat. Het gaat ook om het rotsvaste geloof van de Sicilianen dat de kwaliteit van de ingrediënten veel belangrijker is dan ongeleide creativiteit en pretenties. Als ik er eet – bij mensen thuis of in restaurants – zie ik in de gerechten niet de persoonlijkheid van de kok of kokkin, maar die van het eiland en de zee (…)”

Giorgio Locatelli, Made in Sicily, p. 6