In de antieke wereld was filosoof zijn een praktisch alternatief voor christen zijn. Filosofische systemen boden intellectuele, praktische en morele codes voor het leven. In de Middeleeuwen werd de filosofie echter grotendeels, zij het inconsistent, opgenomen in het christelijk geloof. Vanaf het einde van het Romeinse Rijk tot de Reformatie en Renaissance van de 16e eeuw hadden christelijke theologen vrijwel het monopolie op het hoger onderwijs. De complexe interactie tussen theologie en filosofie, die het resultaat was van de inspanningen van christelijke leiders en denkers om de meest verfijnde ideeën van de wetenschap en het seculiere onderwijs in hun eigen denksysteem te assimileren, is het onderwerp van dit boek. Augustinus is als de meest gelezen auteur in de Middeleeuwen het uitgangspunt. Dr. Evans bespreekt vervolgens de klassieke bronnen in het algemeen waartoe de middeleeuwse geleerde toegang zou hebben gehad toen hij filosofie en de theologische implicaties ervan wilde bestuderen. Deel één eindigt met een analyse van de problemen van logica, taal en retoriek. In deel II volgt de volgorde van de onderwerpen - God, kosmos, mens - de contouren van de summa, of systematische encyclopedie van de theologie. ( )