Immagine dell'autore.
32+ opere 920 membri 11 recensioni

Sull'Autore

John F. Haught, PhD, is Distinguished Research Professor, Georgetown University, Washington, DC. He specializes in systematic theology, with a particular interest in issues pertaining to science, cosmology, evolution, ecology, and religion. His many books include Resting on the Future: Catholic mostra altro Theology for an Unfinished Universe, The New Cosmic Story, and A John Haught Reader. mostra meno
Fonte dell'immagine: Fora.TV

Opere di John F. Haught

Opere correlate

Etichette

Informazioni generali

Utenti

Recensioni

John F. Haught’s Is Nature Enough? is an attack on the beliefs that nature is all there is. This is the belief of “naturalism.” But the writer arguments were aimed mainly at the scientific world where some were atheists. Haught failed to address the broad sweep of naturalistic beliefs that ranged from atheism to God’s immanence in nature (pantheists) to that of transcendentalists. The book would have been more meaningful if he had covered all bases instead of concentrating on scientific and evolutionary naturalism.
Another aspect of this text that was lacking was the writer’s argument about truth in what he defined as “critical intelligence,” being the key in interpreting life and nature. But it appeared that what Haught was really talking about was an individual’s belief system. One could easily ask the question, “Is there truth in subjective thought?” It seems there could only be an individual’s belief. Much of the author’s discussion was spent on rebuking the empirical and scientific research which he saw as lacking if people were to know the truth. Yet, the same argument could be made about theology and subjectivity. Haught had faith in a theological approach to answer more controversial beliefs like life after death, and salvation. He felt that religion had the answers, but not scientific naturalism.
Undoubtedly the concepts of conscience, good, and bad deeds could never be answered with any certainty by theology or science. This is just the way life is. Not all questions believers have to be able to answer. It should be mentioned that both science and theology still know little in this abundance of puzzling arena about life and the naturalistic world. Some things are the way they are. People have to be wise to accept that that’s the way of life. Knowing the true answers of some of the more critical questions about life would continue to be beyond the grasp of theology and science.
… (altro)
 
Segnalato
erwinkennythomas | 1 altra recensione | Mar 22, 2020 |
This was a hard book to read for several reasons. First of all, the concepts discussed are not introductory. Second, I didn't feel the author kept his reason for writing the book in as plain view as he could have; there were many times when I had to reread the back of the book to remind myself what the author's intent in writing this book was because it seemed like his beliefs flip-flopped between evolution and religion (creation). Third, I think this is the first book I've read where the physical set-up of it gave me a headache. I don't know if it was the color of the paper (less contrast with the black print), the font and font size chosen, or the (seemingly) narrower margins than most other books, but whatever it was, I could usually only read a section or two at a time before having to put the book down due to a headache forming.… (altro)
 
Segnalato
JenniferRobb | 1 altra recensione | Jan 17, 2016 |
Korte Inhoud

Boeken van 'nieuwe atheïsten' als Richard Dawkins' 'God als misvatting', Sam Harris' 'Van God los' en Christopher Hitchens' 'God is niet groot' worden door steeds meer mensen gelezen - ook in uw omgeving. Wat hebben zij eigenlijk voor nieuws te vertellen? Veel lezers menen dat deze drie wetenschappers bijzonder scherp aangeven wat er niet deugt aan religie. John Haught analyseert hun boeken en legt de vinger op de misvattingen, inconsistenties en grove generalisaties in hun redeneringen. Op heldere wijze bekritiseert hij hun opvattingen in het perspectief van vragen naar het bestaan van God, de reden waarom mensen geloven en of theologie ertoe doet.

'Veel nieuwe atheïsten zijn intelligente mensen, dus dit bedaard argumenterende boek is een serieuze uitdaging voor de door hen gekoesterde opvattingen.' - O. Gingerich, astronoom
Uittreksel

Blz. 75: Is God een hypothese?

'Een atheïst met zijn gevoel voor de werkelijkheid, lijkt absoluut geen voeling te hebben met het fantasierijke leven van zijn buren.' - Sam Harris

'Het is wel zo dat zij die merken dat ze (...) het meest objectief zijn in hun beoordeling van de werkelijkheid, het sterkst in de macht zijn van diepe onderbewuste fantasieën.' - Robert Bellah

Het valt niet altijd mee om atheïst te zijn, vooral niet in de Verenigde Staten. Het is zeker dat atheïsten onterecht gediscrimineerd worden. Iedere keer dat ze het voorwerp zijn van haatcampagnes door christenen, joden of moslims graven ze zich dieper in hun eigen kringetje van zekerheden. Wanneer ze in het gezelschap van medeongelovigen zijn, kunnen ze elkaar bemoedigen om de goede strijd voort te zetten. Het gaat nog om een relatief kleine groep, maar die is tegenwoordig toch groot en zelfverzekerd genoeg om ervoor te zorgen dat ze minder last hebben van het gevoel van vervreemding dat atheïsten in het verleden parten speelde. De behoefte aan gemeenschap is onder ongelovigen net zo sterk als onder gelovigen. Websites, blogs, boeken, tijdschriften en conferenties zorgen voor een groeiend netwerk voor wederzijdse steun onder atheïsten. De nieuwe atheïsten hebben nog steeds de neiging hun culturele in vloed te overschatten, maar de enthousiaste ontvangst van hun boeken bij het grote publiek geeft aan dat er een aanzienlijke groep twijfelaars is, die normaal gesproken hun scepsis voor zich zouden houden. Al met al lijkt het antitheïsme zich een steeds comfortabeler plekje te veroveren. De populariteit van het wetenschappelijk naturalisme in de academische wereld levert de nieuwe atheïsten en andere sceptici een knusse intellectuele omgeving op.

Het wetenschappelijk naturalisme, waarvan ik de voornaamste standpunten in de inleiding beschreven heb, is tegenwoordig een van de belangrijkste wereldbeelden onder intellectuelen. Owen Flanagan, filosoof aan de Duke Universiteit, durft zelfs te stellen dat het de hoogste roeping voor academische filosofen in onze tijd is om de wereld klaar te maken voor het 'naturalisme', waarmee hij het atheïsme bedoelt. In mijn eigen werk ben ik talloze academici, onder wie veel filosofen, tegengekomen die Flanagans ideaal met enthousiasme omarmen. In bijna al deze gevallen wordt de intellectuele basis van hun atheïsme gevormd door de bewering van het wetenschappelijk naturalisme, dat het alleen aan de wetenschap toevertrouwd is om ons verstand in contact met de werkelijkheid te brengen. Voor onze softe atheïsten betekent dit dat het atheïsme per definitie waar is, omdat er nu eenmaal geen wetenschappelijk bewijs is voor het bestaan van God. Ongetwijfeld zullen ze de uitspraak kennen dat afwezigheid van bewijs voor God, geen bewijs van Gods afwezigheid betekent, maar die negeren ze gewoon. Naast het gebrek aan 'bewijs' zijn er volgens de meeste nieuwe atheïsten ook morele gronden om het geloof in God af te wijzen. Deze morele redenen, waaraan ze uitdrukking geven door hun boosheid over de slechtheid van de godsdiensten door de eeuwen heen, is waarschijnlijk het meest opvallende punt van hun atheïsme, maar de bespreking van punten van ethiek en moraal moet wachten tot de hoofdstukken 6 en 8. Op dit moment richten we ons met name op de vraag naar het `bewijs'.

De godhypothese

De logica van de strategie van de nieuwe atheïsten houdt om te beginnen in dat ze hun lezers verleiden er stilzwijgend mee instemmen dat het geloof in het bestaan van God een 'hypothese' is, en wel een die voor gelovigen net zo werkt als een wetenschappelijke hypothese voor wetenschappers (Dawkins 31-73). In de wetenschap is een hypothese een begripsmatig kader waarmee een scala aan herhaalbare waarnemingen of experimenten begrijpelijk gemaakt wordt. Maar kun je zeggen dat God een hypothese is? Het is niet aan Dawkins aandacht ontsnapt dat de voorstanders van 'intelligent design' (ID) terugvallen op iets als een Godhypothese om de biologische diversiteit te verklaren. Voorstanders van ID, die stuk voor stuk theïst zijn, zien intelligent design als wetenschappelijke hypothese - of preciezer gezegd, als wetenschappelijke theorie - die tegenover de evolutietheorie staat. Hoewel niet alle aanhangers van intelligent design God expliciet als de ontwerper noemen, is het duidelijk dat ze een beroep doen op een bovennatuurlijke kracht als was het een wetenschappelijke verklaring. Het hoeft ons niet te verbazen dat Dawkins deze theologische ongerijmdheid aangrijpt als ondersteuning voor zijn stelling dat het idee van God voor alle theïsten als een rivaliserende wetenschappelijke hypothese voor de evolutionaire biologie fungeert of zou moeten fungeren. Volgens Dawkins behoort het de kern van de definitie van God dat Hij een bovennatuurlijke ontwerper is, en hij gaat dan ook graag met de ID'ers mee om God als hypothese te beschouwen.
Recensie

door Angelus
De wetenschappers Dawkins, Harris en Hitchens staan bekend als de 'nieuwe atheïsten'. De publicaties van deze auteurs waarin zij niet moe worden zich uit te spreken over wat er allemaal fout is aan God en religie zijn veelal bestsellers.

Volgens deze auteurs is theologie totaal overbodig, alleen de wetenschap is bevoegd om te oordelen of God bestaat. Zij propageren een "wetenschappelijk naturalisme", dat wil zeggen alleen de natuur, inclusief de mens en zijn creaties, bestaat werkelijk. God bestaat niet.

De rooms-katholieke Amerikaanse theoloog John Haught laat zien dat het "nieuwe atheïsme" geheel niet nieuw is. Hij toont ook overtuigend aan dat, hoewel de aanhangers niet van God willen weten, er wel sprake is van een dogma, een geloofsbelijdenis, namelijk de wereldvisie van het naturalisme. De "nieuwe atheïsten" kunnen dan ook beter gezien worden als evangelisten van deze wereldvisie. Zij laten alle inbreng van grote theologen links liggen en gaan alleen in op fundamentalistisch christelijke literatuur. Theologie is voor hen per definitie niet belangrijk.

Haught toont aan hoe dwaas de gedachte is om God als een hypothese te zien die door wetenschappelijk onderzoek weerlegd kan worden. Het verweer van de auteur tegen de stelling dat geloven genetisch bepaald is, vind ik niet het sterkste punt. Hier wordt met losse flodders geschoten. Het lijkt erop dat partijen volledig langs elkaar heen praten.

De pagina's over ethiek en de vraag of we goed kunnen zijn zonder God zijn veel spannender. De "nieuwe atheïsten" baseren zich enkel en alleen op de rede. Maar is de rede, de ratio, nu de diepste bron van hun kennen of het vertróúwen op die rede? In het laatste geval, zo stelt Haught, is er sprake van een geloofssprong, waarvan men zich blijkbaar niet bewust is. Geloof is in die zin geen vijand van de rede, maar juist de scherpste kant ervan.

De meeste moderne wetenschappers en filosofen volgen Einstein wanneer hij stelt dat de wette­loosheid van de natuur niet in overeenstemming te brengen is met het vertrouwen in een persoonlijke godheid. Waar Darwin staat voor de ontmythologisering van het leven door de biologie, daar vertegenwoordigt Einstein de moderne ontpersonalisering van de kosmos door de natuurkunde. Haught laat zien hoe het naturalisme alles objectiveert en elke subjectieve kant van de natuur negeert. Daarmee wordt iedere idee van persoonlijkheid verbannen uit de wereld van de naturalisten.

En dit geldt consequent door­gevoerd ook voor de persoonlijkheid van God. Ook deze depersonalisatie van de kosmos is niet nieuw en was al voor Darwin en Einstein zo goed als voltooid. Haught stelt dat hiermee de aanwezigheid van een persoonlijk God verdwijnt, een God die een uitnodiging doet aan ieders persoonlijke bewustzijn om boven zichzelf uit te stijgen en op zoek te gaan naar zingeving, waarheid, schoonheid en goedheid. Helaas spreekt de vertaling in dit hoofdstuk consequent over "betekenis" waar "zingeving" bedoeld is. Dat maakt het niet altijd gemakkelijk het betoog te volgen.

Het is jammer dat Haught een heel aantal keren nogal fel afgeeft op aanhangers van creationisme en Intelligent Design. Hij weet blijkbaar de intentie van deze christenwetenschappers niet op waarde te schatten. Ondanks de vele taalfouten en moeizame zinnen (in de Nederlandse vertaling) is dit een waardevol boek, omdat Haught de schijntegenstelling tussen geloof en wetenschap probeert te ontmaskeren. Of hij daarin geslaagd is, hangt af van het oordeel van de lezer.

- Drs. Gijs van den Brink -

Haught doet een poging om alle ellende in de wereld, die tevens inherent is aan het proces van evolutie, te rijmen met het christelijke godsbeeld. De eis van de atheïsten dat, als een almachtig, alwetend en algoed Wezen zou bestaan, de wereld er een heel stuk beter uit had kunnen zien is onredelijk - want, zo meent Haught, in een wereld die vanaf het begin goed is, zou er 'natuurlijk' geen leven, vrijheid, toekomst of avontuur zij.

Ofschoon dit argument vaak opgevoerd wordt door gelovigen, is het de atheïst nooit duidelijk geworden waarom dit het geval zou moeten zijn. Is de moderne westerse mens minder vrij dan zijn verhongerende soortgenoten in bepaalde delen van Afrika? Zou het leven minder avontuurlijk zijn als kanker uitgebannen zou worden? Er is geen enkele reden om aan te nemen dat ellende noodzakelijk is voor leven, geluk, vrijheid en avontuur. Dat een almachtige God een betere wereld had kunnen scheppen dan deze is niet moeilijk voor te stellen, zoals ook Voltaire en Leibniz al tegenwierp.

Samenvattend slaagt Haught er in zijn boekje niet in de kritiek van de nieuwe atheïsten te pareren. Hij weeklaagt constant over hun theologische ongeschooldheid, maar mist de pointes van hun aanvallen. Zijn definitie van 'geloof' is niet voldoende om het complexe christelijke godsbeeld en de bijbehorende doctrines mee te rechtvaardigen, waardoor het aanvaarden daarvan nog steeds neerkomt op 'geloof zonder enig bewijs'. Ironisch genoeg is juist dit de centrale kritiek van de nieuwe atheïsten op religieuze claims.
… (altro)
1 vota
Segnalato
aitastaes | 4 altre recensioni | Feb 28, 2014 |
I've read most of the books that Haught critiques and decided to read his rebuttal in the interest of fairness. I came away wondering if Haught had read any of them himself. The objections he raises to atheism are tired and easily-dismissed, and all of them are addressed in the books he's responding to.

When discussing his own views, Haught defines his terms in ways that are obviously self-serving. "Mainline theology" is a particular view of god that happens to match his view, and is supported by the writings of theologians that he happens to agree with. The god that atheists don't believe in is a creationist caricature, and the god he believes in is much more profound and abstract (and equally, if not more, unfalsifiable.) He never gives any concrete reasons why his conception of God is more accurate than the creationist one. At the same time, he claims that he's discussing a generic deity and not Christianity specifically. This isn't true (almost every theological scholar he mentions is Christian) but it allows him to talk about God in very abstract terms and avoid addressing the miraculous claims in the Bible.


In the second half of the book, Haught goes off on a really strange line of reasoning. He claims that God *cannot* be thought about in scientific terms... and then spends several more pages explaining why God *shouldn't* be thought of in this way, with specific examples that seem to refute his earlier claim that thinking about God in scientific terms is impossible. He also reveals reveals his poor understanding of science. At one point he comments that if religious belief really is a trait that evolved in humans, "there would be little reason to complain about it – as if evolution has never resulted in traits that were less than perfect (see: the recurrent laryngeal nerve, the blind spot in the human eye, vestigial organs, etc.)

I wouldn't recommend this book to anyone. Atheists would only be bored with Haught's rehashing of arguments that they've probably seen dozens of times before, and theists should read something that honestly represents the arguments it's claiming to refute.
… (altro)
½
1 vota
Segnalato
MercuryChaos | 4 altre recensioni | Jun 21, 2012 |

Potrebbero anche piacerti

Autori correlati

Statistiche

Opere
32
Opere correlate
4
Utenti
920
Popolarità
#27,887
Voto
3.1
Recensioni
11
ISBN
71
Lingue
7

Grafici & Tabelle