Europa was in de late negentiende eeuw getuige van een volksverhuizing. Miljoenen mensen verruilden toen hun agrarische omgeving voor een woning in de stad. Een koninkrijk vol sloppen gaat over het begin van de stedengroei in Nederland. Het stille land met 3 miljoen zielen in 1850 was vijftig jaar later in en rond de grote steden een drukke moderne wereld geworden. Maar rond 1900 wemelde het daar ook van overbevolkte krotten en mensenpakhuizen. Schoon water, deugdelijk voedsel, frisse lucht en modern sanitair waren in de achterbuurten zeer zeldzaam. In alle grote steden hoopte het wee©± vuil zich spectaculair op. Meer dan een miljoen Nederlanders leefden in een situatie die overeenkomsten vertoont met de huidige Derde-Wereldslums. Auke van der Woud beschrijft die halfvergane oude wereld in de duistere delen van de steden in Nederland.